Deze week is ook het speciaal leerlingenvervoer voor kinderen in het buitengewoon onderwijs hernomen. De afgelopen weken hebben De Lijn, het Agentschap voor Onderwijsdiensten (Agodi), de scholen, de uitvoerders en het departement Mobiliteit alles in het werk gezet om voor alle vervoersaanvragen een goede oplossing te zoeken. Specifiek voor Limburg gaat het om: 387 ritten en 8.916 leerlingen. Leerlingenvervoer is geen eenvoudige opdracht omwille van de specificiteit en de bijzondere noden van deze kwetsbare groep kinderen. Dankzij de goede samenwerking met de verschillende partners slagen we erin om de ritduur van 95,4% van alle leerlingen onder de 90 minuten te houden. De Lijn en de scholen volgen de uitvoering van de ritten in de komende weken heel nauw op en sturen zo snel mogelijk bij als dat nodig is.

De afgelopen jaren verhoogde uittredend Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters het werkingsbudget van 70 naar 137 miljoen. Zo konden extra ritten ingezet worden en verbeterde de situatie substantieel. Maar het aantal leerlingen in het buitengewoon onderwijs stijgt jaar na jaar. De betrokken leerlingen hebben vaak specifieke begeleiding en ondersteuning nodig. Zij kunnen dus niet zomaar naar een school in de buurt gaan, maar moeten vaak ver reizen naar een gespecialiseerde school – bij bepaalde leerlingen gaat het om een enkele rit van meer dan 60 kilometer. Kwaliteitsvol collectief vervoer aanbieden wordt, met het oog op de gestegen marktprijzen en de krapte op de arbeidsmarkt voor chauffeurs en busbegeleiders dan ook elk jaar een grotere uitdaging.

"Samen met De Lijn hebben we afgelopen jaren getracht te voorzien in schoolvervoer op maat van de leerlingen, zo blijft de gezamenlijke ambitie om te voorzien in ritten van minder dan 90 minuten, bij voorkeur niet langer dan 60 minuten. Deze legislatuur heb ik daarom de budgetten fors verhoogd om zo de situatie op het terrein ook effectief te kunnen aanpakken. Het leerlingenvervoer is een belangrijk dossier dat ook vorige legislaturen werd aangekaart door de kinderrechtencommissaris. Een grondige hervorming is broodnodig, afgelopen bestuursperiode hebben we hiertoe verschillende stappen gezet. We juichen ook de vele inspanningen van de vervoersmaatschappij toe, maar beseffen dat een grondige hervorming een wijziging van het Onderwijs Decreet betekent. Tot slot is ook de uitbreiding van de flexi-jobs naar de bus- en autocarsector positief gebleken om te zorgen voor meer ademruimte”, aldus minister Peeters.