Twaalf Vlaamse scholen starten een proefproject waarbij ze het verkeer meten aan de hand van Telraam-toestellen, een combinatie van een microcomputer, sensoren en een camera. Zo krijgen ze zicht op het aantal voetgangers, fietsers, auto’s en vrachtwagens dat dagelijks langs de school passeert. Aan de hand van deze gegevens kan het schoolbestuur samen met de lokale overheid en de politie gerichte maatregelen nemen om de verkeersveiligheid in de omgeving van de school te verbeteren. Het proefproject is een initiatief van de VSV (Vlaamse Stichting Verkeerskunde) in samenwerking met Mobiel 21 en Rear Window BV. Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters gaf vanmorgen de aftrap in basisschool Sint-Jan in Eisden (Maasmechelen).

Een Telraam-toestel is een combinatie van een Raspberry Pi1-microcomputer, sensoren en een lage-resolutiecamera. Het toestel wordt bevestigd aan de binnenkant van een raam op een verdieping van het schoolgebouw, met zicht op de straat. Het meet continu hoeveel voetgangers, fietsers, personenwagens en vrachtwagens er passeren. Voor auto’s houdt het Telraam ook de snelheid bij. “De gegevens zijn als open data voor iedereen beschikbaar via www.telraam.net en bieden waardevolle informatie en concrete inzichten over de ‘modal split’ en de verkeersleefbaarheid in de schoolomgeving”, aldus Wouter Florizoone van Rear Window BV.

Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters: “Dankzij dit innovatieve project kunnen we nagaan of snelheidsremmende ingrepen en acties die tot doel hebben om autoverkeer of zware vrachtwagens uit de schoolomgeving te weren, tot de verhoopte resultaten leiden. In het Vlaams verkeersveiligheidsplan voorzien we ondersteuning om zwaar- en sluipverkeer zoveel als mogelijk te vermijden in woonkernen en op plaatsen en tijdstippen met veel actieve weggebruikers. Op basis van de meetgegevens kan de school in samenwerking met de wegbeheerder en de lokale politie gerichte maatregelen nemen om de situatie voor voetgangers en fietsers in de directe omgeving veiliger te maken”.

Mix van basis- en secundaire scholen

De proef gaat van start in twaalf scholen verspreid over heel Vlaanderen (Beveren, Brakel, Bree, Hooglede, Kortrijk, Lubbeek, Maasmechelen, Mechelen, Ternat, Wuustwezel, Zonnebeke en Zottegem). Om zinvolle conclusies te kunnen trekken, gaat het om een mix van basis- en secundaire scholen die gelegen zijn in drukke en minder drukke straten. Minister Lydia Peeters lanceerde het project vanmorgen in basisschool Sint-Jan in Eisden (Maasmechelen). 

Directeur Bart Vanhengel: “Onze school ligt in het commercieel centrum van Maasmechelen, tussen twee belangrijke toegangswegen. De laatste jaren is het aantal winkelketens in de buurt steeds verder toegenomen, met extra verkeersdrukte in de schoolomgeving tot gevolg. Met het Telraam kunnen we gedurende een langere periode het aantal voertuigen monitoren maar krijgen we ook een beeld van de piekmomenten. Door deze gegevens samen met de gemeente en de politie te analyseren kunnen er acties ondernomen worden om eventuele knelpunten gericht aan te pakken. Voor onze leerlingen van het vijfde en zesde leerjaar bieden de Telraam-data ook nog extra kansen om met het cijfermateriaal van onze schoolomgeving aan de slag te gaan, bijvoorbeeld in de wiskundelessen.”

Gratis begeleiding en actieplan

De deelnemende scholen krijgen een gratis begeleiding over veilige schoolomgevingen door de VSV. Daarbij bekijkt een VSV-medewerker ter plaatse samen met de school, het gemeentebestuur en de politie welke verbeterpunten mogelijk zijn op het vlak van infrastructuur, educatie, sensibilisering en handhaving. De (maximaal) tien verbeterpunten waarvoor het meeste draagvlak bestaat, komen in een actieplan dat de school, de gemeente en de politie samen uitvoeren.

“De bedoeling is dat leerlingen met de Telraam-data in de hand de mobiliteit rond de school en in hun woonbuurt kritisch onder de loep gaan nemen”, weet Jan Christiaens van Mobiel 21. “Samen met de VSV werken we een educatief pakket uit waarmee de scholen hun leerlingen kunnen betrekken bij het project, bijvoorbeeld om de meetresultaten te bespreken. Zo krij­gen ze zelf de kans om voorstellen uit te werken voor een gezon­dere en veiligere schoolomgeving.”