Minister Lydia Peeters hoopt dat haar MIA-aanpak structureel wordt verankerd

Uit het eindrapport van MIA (Mobiliteit Innovatief Aanpakken) blijkt dat deze vernieuwende aanpak veelbelovende resultaten toont voor de verbetering van de verkeersveiligheid en de (snellere) uitvoering van infrastructuurprojecten in Vlaanderen. Uittredend Vlaams minister Lydia Peeters, die MIA in 2021 introduceerde, is verheugd met de eindconclusies. “Verdere implementatie en uitbreiding van de methodieken, in combinatie met regelgevende aanpassingen, zullen zowel de efficiëntie inzake de uitvoering van de werken, als de veiligheid op de weg voor voetgangers en fietsers aanzienlijk verbeteren. Ik hoop dat mijn opvolger met deze veelbelovende resultaten uit de verschillende proeftuinen aan de slag gaat om één en ander definitief te verankeren”, aldus Lydia Peeters.

In 2021 lanceerde Minister Peeters MIA, ofwel Mobiliteit Innovatief Aanpakken. Een vernieuwende bestuurlijke aanpak voor kleine infrastructuurwerken die focust op eenvoud, versnelde output, inspraak en een bottom-up benadering om gevaarlijke punten op gewestwegen aan te pakken, het gebruik van de fiets te bevorderen en de verkeersveiligheid voor actieve weggebruikers te verhogen.

“Het was de bedoeling om onder meer komaf te maken met ingewikkelde procedures die vaak de aanpak en uitvoering van kleine infrastructurele werken, zoals onder andere de verbreding van een fietspad, de aanleg van een zebrapad of de herinrichting van een kruispunt, verhinderen. In proeftuinen experimenteerden we onder meer met de proactieve detectie van verkeersonveilige situaties. Er werden drones en camera’s ingezet om situaties te screenen en indien nodig aan te passen zodat we konden voorkomen dat er op die plaatsen ongevallen gebeuren”, aldus minister Peeters.

Zowel in Limburg als in West-Vlaanderen werden er MIA-proeftuinen opgezet. Voor elke proeftuin werd in 2021 6 miljoen euro voorzien. Per proeftuin werden vier grote onderzoekswerven opgestart die het volledige proces van een infrastructurele aanpassing volgden, vanaf de eerste melding tot de schop in de grond. In een eerste werf werd gefocust op de proactieve detectie van verkeersonveilige punten. In werf twee werd bekeken hoe deze punten moeten worden aangepakt en vooral op welke manier dit sneller kan. Werf drie ging dieper in op de juridische en administratieve vereenvoudiging en in werf vier werd circulariteit en duurzaamheid onderzocht.

“Uit het eindrapport is gebleken dat de inzet van drones en camera’s voor de proactieve detectie van verkeersknelpunten een significant potentieel biedt voor data-gedreven veiligheid. Het gebruik van raamcontracten en de delegatie van ontwerp- en vergunningsopmaak naar aannemers bevordert een snellere projectuitvoering. Een versterkte samenwerking tussen overheden, aannemers en burgers blijkt cruciaal voor succes. Participatieplatforms verhogen bovendien de betrokkenheid en efficiëntie. Aanpassingen in regelgeving en administratieve vereenvoudiging tot slot, zijn essentieel om structurele verbeteringen te bereiken en snellere realisatie van projecten te waarborgen. Het is steeds de bedoeling geweest om op basis van de evaluatie deze methodiek verder uit te rollen over gans Vlaanderen. Ik hoop dat mijn opvolger ermee aan de slag gaat. De verkeersveiligheid in het algemeen, en de bescherming van voetgangers en fietsers in het bijzonder, kunnen er alleen maar wel bij varen”, besluit uittredend minister Peeters.