26 september 2024
Twee decennia grensoverschrijdende samenwerking zorgden voor…
Lees meer
Nieuws
19 november 2021
Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters wil dat het vooruit gaat met de Hoppinpunten en een versnelling hoger schakelen. Ze roept dan ook de lokale besturen op om zo snel als mogelijk Hoppinpunten op gemeentewegen te realiseren. Vandaag keurde de Vlaamse regering het besluit betreffende Hoppinpunten voor de tweede keer principieel goed. “Samen met de lokale besturen wil ik bouwen aan de mobiliteit van morgen”, aldus Peeters. "De subsidies zijn voorzien, het is nu aan de lokale besturen om samen met mij een performant vervoersnetwerk uit te bouwen.”
Binnen ‘Basisbereikbaarheid’ vormen Hoppinpunten een belangrijke schakel als knooppunt tussen de verschillende vervoersmiddelen.
“Met Hoppin wil ik de pendelaar helpen om gebruik te maken van alle verschillende vervoersopties en te ‘Hoppin’ tussen bijvoorbeeld bus en (deel)fiets. Deze knooppunten zijn goed toegankelijk voor alle gebruikers, met of zonder beperking, ongeacht leeftijd en omstandigheden, zodat iedereen zich zelfstandig en zonder assistentie kan verplaatsen”, aldus minister Peeters.
Voor de uitrol voorziet minister Peeters meer dan 100 miljoen euro tijdens deze legislatuur. Het Agentschap Wegen en Verkeer, De Lijn, Lantis en De Werkvennootschap staan in voor de realisatie langs gewestwegen. Steden en gemeenten zijn verantwoordelijk voor de aanleg van deze locaties langs wegen in hun beheer. We ondersteunen vanuit Vlaanderen de lokale besturen die een Hoppinpunt willen inrichten, zij kunnen nu beroep doen op een subsidie.
“Ik doe bij deze een warme oproep aan de lokale besturen om de subsidie te gebruiken en samen met mij werk te maken van een vlot openbaar vervoersysteem in Vlaanderen.”
Om tot een multimodaal en geïntegreerd vervoerssysteem te komen, bouwen we in Vlaanderen een netwerk van herkenbare mobiliteitsknooppunten uit die multimodaal ontsloten zijn en waar pendelaars kunnen schakelen tussen verschillende vervoersmodi. De toekomstige Hoppinpunten moeten goed ontsloten, veilig en toegankelijk zijn. Reizigers kunnen er hun fiets (zowel e-fietsen als buitenmaatse fietsen) veilig stallen of een deelfiets ontlenen, het ‘vervoer op maat’ takt hier aan op het regulier openbaar vervoer, er wordt comfortabele wachtgelegenheid aangeboden en indien nodig ook parkeergelegenheid (ook voor personen met een beperking) en deelwagens.
Lokale besturen die een mobiliteitsknooppunt inrichten, kunnen beroep doen op een subsidie. Voor de aanleg van een interregionaal of regionaal knooppunt – aangeduid door de vervoerregio – wordt een tussenkomst voorzien van 50% van de kostprijs met een maximum van respectievelijk 500.000 tot 250.000 euro. De locaties op lokaal en buurtniveau worden door steden en gemeenten aangeduid en ingericht. Hiervoor is een subsidie voorzien van 100% van de kostprijs met een maximum van 50.000 euro voor lokale knooppunten en 25.000 euro voor punten op buurtniveau.
De subsidies voor het aanleggen van Hoppinpunten werden onlangs ook bijgestuurd en uitgebreid. Zo wordt het nog interessanter voor de steden en gemeenten. Ook de studiekosten, de aankoop en plaatsing van fietskluizen, concrete ingrepen met het oog op de verbetering van de toegankelijkheid van het Hoppinpunt en groenaanplanting worden nu gesubsidieerd.
“Met dit nieuwe besluit hielden we rekening met de input van de steden en gemeenten en de vervoerregio’s en zetten we onder meer in op extra sociale veiligheid en een betere ruimtelijke inkleding”, aldus minister Peeters.