De huidige ‘Mobiliteitscentrale Aangepast Vervoer’ (MAV) en ‘Diensten voor Aangepast Vervoer’ (DAV) staan in voor het vervoer van personen met een beperkte mobiliteit, dit via toegankelijk en aangepast vervoer. ​ Dit vervoer valt onder het ‘vervoer op maat’ maar gezien het om een kwetsbare doelgroep gaat werd eerder beslist om de MAV en DAV te verlengen totdat het verhaal van Basisbereikbaarheid/Hoppin helemaal op punt staat. Eind april heeft uittredend Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters al voorzien in de verlenging van de financiële ondersteuning van de MAV’s en DAV’s. Voor de werking van 2024 kunnen zij rekenen op een totaalbedrag van 1,94 miljoen euro voor de MAV’s en 3,94 miljoen euro voor de DAV’s. De verschillende mobiliteitsdiensten gaven recent aan dat deze ondersteuning helaas niet meer toereikend is. Minister Peeters trekt daarom nu bijkomend budget uit zodat deze ritten kunnen blijven uitgevoerd worden komende periode. Het gaat in totaal om een bijkomend budget van 982.796,72 euro.

Specifiek voor personen met een mobiliteitsbeperking werden er in het verleden provinciale 'Mobiliteitscentrales Aangepast Vervoer' (MAV’s) en ‘Diensten voor Aangepast Vervoer’ (DAV’s) opgericht. De MAV’s en DAV’s krijgen jaarlijks financiële ondersteuning voor het uitvoeren van deze taak. Deze middelen werden deze legislatuur door minister Peeters al eerder opgetrokken. 

“Op dit moment worden we geconfronteerd dat het aantal personen dat beroep doet op aangepast vervoer blijft stijgen, daarnaast stegen ook het aantal ritten de afgelopen jaren. Tot slot stijgen ook de algemene kosten”, duidt minister Peeters. 

Verschillende provinciale MAV’s schreven bijgevolg ook een gezamenlijke brief met de vraag om bijkomende middelen te voorzien. Zij gaven aan dat hun budget niet toereikend is, waardoor er mogelijks dit jaar geen rituitvoering meer mogelijk zou zijn. Minister Peeters heeft nu binnen haar eigen middelen het nodige bijkomende budget vrijgemaakt. Hiermee wil zij tegemoetkomen aan de vraag en zorgen dat niemand in de kou blijft staan.

“De Mobiliteitsdiensten aangepast vervoer zijn complementair aan het kern- en aanvullend net en voorkomen blinde vlekken en vervoersarmoede. We worden op dit moment geconfronteerd met meer personen die beroep doen op het aangepast vervoer en ook de algemene kosten stijgen. Door nu bijkomend budget uit te trekken kunnen we blijven voorzien in een mobiliteitsoplossing, er wordt zo steeds gezocht naar het meest geschiktste vervoer voor de aanvrager. Tevens heb ik het departement mobiliteit en openbare werken gevraagd om een grondige evaluatienota te voorzien, waarmee men de volgende legislatuur aan de slag kan”, aldus Lydia Peeters, uittredend Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken.

In de toekomst worden deze diensten mee geïntegreerd in de werking van de Hoppincentrale, binnen het Vervoer op Maat. Om de implementatie van het Flexplus-vervoer te kunnen uitwerken wordt er momenteel gewerkt aan het opstellen van een mobiliteitsindicatiestelling, dat via beleidsdomeinoverschrijdende afstemming met het departement Welzijn en de MAV’s zelf. Op basis van deze indicatiestelling wordt de doelgroep omschreven die al dan niet recht heeft om gebruik te maken van het aangepaste vervoer in de toekomst.