23 augustus 2022
Wegen en Verkeer maakt dynamische zone 30-borden klaar voor het…
Lees meer
Nieuws
9 februari 2021
Vlaanderen heeft een uitgebreid rivieren- en kanalenstelsel. Een ‘blauw’ netwerk dat een zegen is voor onze economie en mobiliteit en een prachtige troef voor allerlei vormen van waterbeleving zowel op het water als erlangs. Naast de vele voordelen en opportuniteiten houdt de aanwezigheid van al dat water evenwel ook een potentiële bedreiging in van wateroverlast en waterschaarste. Met de bouw van gecombineerde pomp- en waterkrachtcentrales op de sluizencomplexen van het Albertkanaal kan De Vlaamse Waterweg nv een vlotte en veilige scheepvaart onder alle omstandigheden garanderen.
De afgelopen weken werden we geconfronteerd met overvloedige regenval die op bepaalde locaties tot wateroverlast leidde. En de voorbije vier jaar werd Vlaanderen ook geconfronteerd met langdurige droogteperiodes die onze watervoorraad sterk onder druk zette. De klimaatverandering en de gevolgen ervan voor ons watersysteem tekenen zich af en mogen niet worden onderschat. De voorspelde zeespiegelstijging en de frequentere periodes van intensieve neerslag, afgewisseld met langdurige periodes van droogte, maken ons watersysteem en dus Vlaanderen alsmaar kwetsbaarder, tenzij we gepaste maatregelen nemen om ons beter te beveiligen tegen overstromingen en waterschaarste.
De Vlaamse regering investeert via De Vlaamse Waterweg in meerlaagse waterveiligheid door de realisatie van multifunctionele overstromingsgebieden. Met diverse projecten zoals o.a. het Sigmaplan en de diverse Maaswerken willen we zowel het overstromings- als het droogterisico reduceren.
“De ruim 35 miljoen extra middelen die ik via het Relanceplan voorzie laten toe om de droogte-investeringen te versnellen”, benadrukt Lydia Peeters, Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken. “In 2021 en 2022 samen worden 18 miljoen voorzien voor de bouw van de 2 resterende pompinstallaties-waterkrachtcentrales aan de sluizencomplexen van het Albertkanaal in Genk en Wijnegem en 9 miljoen wordt voorzien voor de bouw van pompinstallaties langs het Kanaal Brussel-Charleroi en de Durme ter hoogte van Groot Broek.”
De groeiende trafiekcijfers bewijzen dat steeds meer ondernemers voor de watersnelweg kiezen. Ondanks de COVID-19-pandemie hield de binnenvaart in Vlaanderen zeer goed stand in 2020 met ruim 69 miljoen ton goederen: amper 1,65% minder dan in 2019. Mede dankzij de containervolumes die voor het elfde jaar op rij stegen. Het afgelopen jaar passeerden er bijna 985.000 TEU over onze waterwegen, goed voor een stijging van bijna 11%. Met bijna 700.000 TEU werd het leeuwendeel over het Albertkanaal vervoerd (+20,81%). Deze positieve cijfers bewijzen de rol van de binnenvaart in het kader van een vlotte mobiliteit.
Dit betekent echter ook dat de waterbehoefte van het Albertkanaal en de Kempense kanalen stijgt. Gevolg: bij langdurige droogte kunnen de waterpeilen niet altijd meer gegarandeerd worden. Het Albertkanaal en de Kempense kanalen worden gevoed met water uit de Maas en het waterdebiet van deze rivier daalt sterk in droge periodes.
Noodgedwongen moet de waterwegbeheerder dan toevlucht zoeken tot waterbesparende maatregelen, zoals gegroepeerd schutten van schepen aan de sluizen, beperken of afsluiten van de waterafnames door industrie en landbouw of het invoeren van diepgangbeperkingen. De geleidelijke klimaatwijziging zal bovendien maken dat periodes van langdurige droogte frequenter zullen voorkomen.
De bouw van gecombineerde pompinstallaties- en waterkrachtcentrales op de zes sluizencomplexen (Wijnegem, Olen, Ham, Hasselt, Diepenbeek en Genk) van het Albertkanaal zijn een mooi voorbeeld van waterrecuperatie. Water dat gebruikt wordt voor het versassen van schepen wordt tijdens periodes van waterschaarste terug naar het bovenpand gepompt waardoor het schutverlies beperkt blijft. Hierdoor moet De Vlaamse Waterweg nv geen of minder maatregelen nemen om het waterverbruik van de kanalen te beperken. In Diepenbeek is momenteel de 4de installatie in uitvoering. De werken duren tot eind 2021.
Dankzij het concept van een gecombineerde pomp- en waterkrachtcentrale kunnen de installaties in periodes dat er voldoende water beschikbaar is, worden gebruikt om stroom te produceren uit waterkracht voor ongeveer 1500 gezinnen. Dat is mogelijk dankzij het hoogteverschil van 10 meter op de sluizencomplexen. De installatie in Diepenbeek is de vierde concrete realisatie, na Ham, Olen en Hasselt. Het zijn sprekende voorbeelden van de inspanningen van De Vlaamse Waterweg nv om economie en ecologie hand in hand te laten gaan.
In de volgende drie jaar worden ook op de sluizencomplexen van Genk en Wijnegem dergelijke installaties gebouwd om zo het globale waterverbruik van het Albertkanaal in droge periodes met ongeveer 50% te beperken. Andere waterbesparende maatregelen kunnen zo meteen uitgesteld of zelfs overbodig worden.
“Zodra al deze pompen operationeel zijn zullen we, letterlijk en figuurlijk, over zeer krachtige instrumenten beschikken om de waterhuishouding op het Albertkanaal optimaal te beheren en om zo, in het belang van binnenvaart en watergebonden bedrijven, een vlotte en veilige scheepvaart onder alle omstandigheden te kunnen garanderen,” vertelt ir. Chris Danckaerts, gedelegeerd bestuurder De Vlaamse Waterweg nv. “De bouw van deze installaties past uitstekend binnen het beleid dat de Vlaamse regering voor ogen heeft. Een beleid dat erop gericht is om onze waterwegen op het vlak van mobiliteit, duurzaamheid, innovatie en inschakeling in het maatschappelijk weefsel nog beter te laten renderen dan nu al het geval is.”
Het ‘hart’ van de centrale bestaat uit drie enorme vijzels die elk in een vijzelgoot geplaatst worden. Deze vijzels behoren met een diameter van 4,3 meter en een lengte van 28 meter tot de grootste schroeven ter wereld. Elke combinatie vijzel en vijzelgoot weegt 95 ton. De vijzels zijn in staat om 5 m³ water per seconde over een hoogte van meer dan 10 meter op te pompen.
De installatie in Diepenbeek wordt gebouwd door de Tijdelijke Handelsvereniging Eureka (Engie-Hye). De schroeven worden gebouwd door de firma Vandezande uit Diksmuide. ENGIE Fabricom is verantwoordelijk voor de elektromechanische en technische uitrusting van de installatie, waaronder het leveren en plaatsen van de drie Archimedesschroeven of vijzelpompen. De kostprijs van deze installatie bedraagt 8 miljoen euro.