16 maart 2023
Nieuwe aanpak moet leiden tot minder conflicten aan kruispunten:…
Lees meer
Nieuws
10 februari 2017
"De studie van VITO dateert van maart 2016 en werd als basis gebruikt voor het witboek BRV waarin wordt voorgesteld ruimtelijke ontwikkeling te koppelen aan voorzieningen (scholen ziekenhuizen, kinderopvang, winkels...) en aan knooppunten openbaar vervoer. Dit voorstel is nefast voor een aantal gebieden, zoals de provincie Limburg, de Westhoek en ook de Kempen. Zeker omdat hier de hogere overheid, zowel federaal (NMBS) als Vlaams (De Lijn), in het verleden enorm in gebreke is gebleven", zegt Lydia Peeters.
We weten allemaal dat het "ruimtebeslag" moet worden teruggedrongen. Vlaanderen is zeer dicht bebouwd en dagelijks wordt nog 6 ha ruimte ingenomen voor tal van doeleinden. In het witboek BRV staat de intentie om het ruimtebeslag tegen 2025 terug te dringen tot 3ha en tegen 2040 tot 0ha per dag. De nodige instrumenten en financiële compensaties om dit te verwezenlijken worden momenteel onderzocht en moeten binnenkort resulteren in een instrumentendecreet.
De minister benadrukte vandaag dat men momenteel nog volop in consultatie is over het witboek. Er volgt nog een openbaar onderzoek en begin 2018 zal er een definitief Beleidsplan Ruimte Vlaanderen vastgesteld worden. Namens minister van mobiliteit Weyts, kon minister Schauvliege tevens meedelen dat de beleidskredieten voor Openbare Werken in 2017 met 407 miljoen euro zijn gestegen en dat er ook heel sterk wordt ingezet op de verdere ontwikkeling. Of hiermee ook knooppunten collectief vervoer worden voorzien in onze regio is nog maar de vraag, doch wordt sterk betwijfeld.
Minister Schauvliege antwoordde ruimtelijke ontwikkeling niet alleen te willen koppelen aan de huidige openbaar vervoersknooppunten zoals in de studie van VITO en het witboek BRV staat, maar ook rekening te zullen houden met toekomstige investeringen. Dit in tegenstelling tot de Vlaamse bouwmeester die onlangs onomwonden verkondigde dat een deel van West-Vlaanderen en Limburg, geen kansen meer hebben op ruimtelijke ontwikkeling.
De Minister gaf verder aan dat er nog ruim overleg gepleegd met de lokale besturen om een zo ruim mogelijk draagvlak voor het witboek te creëren.
Verder gaf Lydia Peeters nog mee dat het Openbaar Vervoer lang niet het enig middel is voor verplaatsingen (in Vlaanderen is de trein goed voor 8% van het personenvervoer, tram en bus goed voor 14%) en dat een beleid enkel hierop geënt te eenzijdig is. Bovendien wordt er geen rekening gehouden met technologische vooruitgang, met elektrische voertuigen en fietsen en de diverse fietsautostrades die worden aangelegd ten behoeve van functionele verbindingen.
Lydia Peeters besluit: "Rekening houdend met het antwoord van de minister, hoop ik dat Limburg niet geconfronteerd wordt met een ruimtelijke krimp of een regio waar geen ruimtelijke ontwikkeling meer mogelijk is. Ik hoop dat de minister woord houdt en dat zij de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling niet alleen wilt koppelen aan het huidige, ondermaatse openbaar vervoersaanbod, maar ook rekening wilt houden met toekomstige investeringen en nieuwe, technologische ontwikkelingen. In deze ondersteun ik de gedeputeerde van ruimtelijke ordening van de provincie Limburg Inge Moors, om samen te werken om het beeld van Limburg op Vlaams niveau aan te pakken.